Geplaats op: 28 december 2012 door friedaoosten

Houdini (in herinnering)

Ik heb mijn voet nog niet over de drempel gezet of wordt meegezogen in de zoektocht naar…. tja… naar wat allemaal? Een bankpas die is gestolen, een portemonnee die pootjes heeft gekregen, zelfs de pillendoos is verdwenen. Mevrouw zegt dat ze een stel sukkels zijn. Sinds een paar maanden ondersteun ik een meneer met Alzheimer. Partner is mantelzorger, maar ook warrig.

Bij aankomst hang ik mijn jas op de stoel en even later is deze weg. Na op speurtocht te zijn gegaan vind ik mijn jas op hun bed, onder het dekbed. Tja… waar moet je anders zoeken. Het tafelkleed vind ik in de vriezer en de broodmand ligt tussen de aardappels in de garage. Zoals de spullen snel verdwijnen, is ook meneer erg snel. Zo ben je tegen hem aan het praten en zo is hij weer weg. Mevrouw probeert alles nog een beetje in het gareel te houden, maar wordt ook aangestoken door het Houdini-virus. Ik probeer de lol er maar van in te zien en samen lachen we om de ‘verdwijningen’.

Zo kom ik in de koelkast een pakje zakdoeken tegen ….. dat is nou nog eens frisse neus halen. Ik betrek ze met de simpele handelingen in huis. Bij het tafeldekken liggen er 5 vorken. Ik ga 2 messen zoeken en bij terugkomst liggen er 4 lepels en 1 vork en 3 borden. Ehm… ik krab mezelf achter de oren. Even pas op de plaats want er klopt dus iets niet. Ik raak zelf in verwarring. Houdini komt en staat op van tafel wanneer er weer iets in zijn hoofd schiet. Ik krijg een dik pak Kinderpostzegelkaarten onder mijn neus. Zes pakketten in totaal en 1 velletje postzegels. Houdini heeft het goede doel gesteund. Ik orden de kaarten en leg ze op een stapeltje. Even later is de helft gehalveerd en het andere deel verdwenen. Hij is echt goed, Houdini!

Zoals Houdini spullen laat verdwijnen is hij ook een tovenaar met woorden. Meneer heeft afasie (taalstoornis) en gooit de meest vreemde woorden en zinnen door elkaar. Regelmatig begrijp ik hem en praat met hem mee. Soms beseft Houdini dat hij aan het goochelen is en er zelf niet meer uitkomt. “Deze sla ik even over”, “Goh, het was er net en nu niet meer”, ‘wacht maar even, kom er zo wel op”, “wilde net iets ongelofelijk vermelden, maar het blijft steken”…. Geeft niks, samen komen we er wel uit. De ‘jasmouzen’ geven we een plek, de ‘brug die niet onontkoombaar is aan de relatie’ die hij heeft met de krant laten we voor wat het is. De ‘blote’ pillen en roze ‘kanonkogels’ neemt hij netjes met een glaasje water in. Ook die verdwijnen…

Af en toe zou ik zo graag Houdini willen zijn, om met een toverspreuk deze akelige ziekte te doen laten verdwijnen. Helaas, dit blijft een illusie!