Geplaats op: 3 juli 2014 door friedaoosten

De Parel (in herinnering)

Ik krijg voor 2 weken een invaldienst van een collega. Ik mag kennismaken met een 92 jarige, zelfstandig wonende en eenzame Alzheimer cliënte. Gelukkig heeft ze voldoende thuiszorg. Na de telefonische overdracht van collega ben ik benieuwd wat me te wachten staat. Het is altijd spannend wat ik kan verwachten. Je kent de persoon niet en ik zal flexibel, creatief en initiatiefrijk moeten inspelen op de situatie ter plekke.

Een alleraardigste mevrouw opent de deur, prachtig in de kleren. Ik luister 2 uur naar haar vaak herhalende verhalen. We voeren een leuk gesprek en ik kom haar niet vreemd voor, zegt ze. Alsof ze me al jaren kent. Dat beschouw ik als een groot compliment. Voor mij geldt hetzelfde. Wat heb ik weer een mooie, bijzondere, ‘oude’ Parel getroffen. Na een uur hangt mijn tong inmiddels dwars in mijn keel en vraag ik of ze een kopje thee wil. Dat wilde ze me net vragen. Ik krijg een koekje en bij het tweede kopje een bonbon. Wel moet ik het theezakje nog een keer gebruiken. Als ik de volgende keer weer kom, laat ze me haar ‘wijkje’ zien.

Bij mijn 2e bezoek aan de Parel ziet ze er weer fantastisch uit. Het Pareltje heeft alleen de verkeerde kleur lipstick op, zegt ze. Het is precies dezelfde kleur als in haar trui zit. 92 jaar en je druk maken om de lipstick… zo lief! Dat vindt ze erg belangrijk, fris en netjes zijn. Ze heeft een lieveheersbeestje broche op haar trui gespeld. Ik complimenteer haar met haar outfit en het beestje. ‘Ik heb het geluk maar op me gehangen’, aldus de Parel. Ze kletst aan één stuk door. Terwijl ik het koekje bij de thee afsla, vraagt ze of ik door het sleutelgat moet?? Haha… ze heeft humor ook. Ik stel voor met dit prachtige zonnige herfstweer een wandeling te maken. De Parel moet haar hakken verwisselen en verschijnt met een paar stevige veterstappers. Verdikkeme, zegt Parel, het duurt steeds langer voordat ik iets voor elkaar krijg. Haar Rolls Royce (rollator) moet wel mee.

Ze gidst me al kwebbelend door haar dorp. Daar heeft ze tijdens de evacuatie in de oorlog gewoond, waar haar vriendin woonde, de burgemeester, alles passeert de revue. Hoezo Alzheimer?? Helaas is er niemand meer over. Haar verhalen en ouderwetse uitspraken ontroeren me. Of ze er wel naar behoren uitziet, vraagt ze, en schud haar prachtige jas en bijpassende sjaal even recht. Zo langzamerhand heb ik ook een Rolls Royce nodig, want het halve dorp trekt aan me voorbij. Ik zeg dat het me opvalt dat ze zo goed en recht achter haar Rolls loopt, in vergelijking met ouderen die zo krom als een hoepel en voorovergebogen erachter lopen. ‘Die zijn dan waarschijnlijk ook krom’, meld ze.

Ineens zegt de Parel dat we al ver over de tijd zijn. Dat is het voordeel van zelfstandige zijn, geeft niet, ik heb geen haas(t). Konijn, zegt ze. Fazant, roep ik, kip, komt als antwoord. We liggen samen gierend over de Rolls gebogen.

Deze parel rijg ik weer aan mijn ketting, waar inmiddels meer bijzondere parels ‘aanhangen’.