De fleurige dame
Traag zet ze zich met haar wandelstok in beweging vanuit haar stoel met parasol, op het zonovergoten strand van Ameland. Ze is een oudere dame die meteen opvalt door haar knalroze rieten zonnehoed met gouden ketting omrand. Een zonnige lichtblauwe jurk met roze bloemetjes fleurt het geheel op. Daaronder haar blote voeten. Ze sjokt richting zee. Ik loop met manlief een eindje achter haar. Wat geweldig en bijzonder om deze dame te mogen zien. Ze is zo schattig! Aangezien er een briesje staat, grijpt haar verouderde arm regelmatig naar haar roze hoedje. Inmiddels ben ik aangekomen bij het water en zoals mijn strand- en zee traditie is, maak ik een kuiltje in het zand, zodat het zoute water erin kan stromen. Dan was ik mijn gezicht, voel me helemaal blij en als een zoute haring. Manlief deinst al achteruit, omdat hij weet dat hij een zoute zeezoen gaat krijgen.
Ineens zie ik de fleurige dame staan voor een zandbank met water. Ze staat er alleen en kijkt hoopvol om zich heen. In een stoel verderop hangt een harige, dikke lomperd die haar toeknikt en dieper in zijn stoel wegzakt het zand in. Iedereen is blijkbaar erg druk met zichzelf en trek zich niets tot weinig van de omgeving aan. Ik zie haar mond opengaan om geluid voort te brengen. Helaas wordt ze niet gezien en gehoord. Hoe kan dat nou dat niemand iets doet, denk ik. Ze draait zich om, haar schouders gaan lichtelijk hangen en de hand grijpt haar hoed vast om de terugweg te aanvaarden.
Maar dan kom ik in actie. Ik stuif met mijn zoutkop naar haar toe. Ik schal haar kant op, mevrouw, mevrouw, ik zie dat u graag het water door wilt. Ja, maar ik durf niet alleen. Ben bang om te vallen en ik vind geen aansluiting, meldt ze. ‘Vindt u het fijn als ík u een arm geef en dat we samen gaan’? ‘Nou… vindt u dat niet erg dan? En als we samen vallen dan?’ Dan is er mijn man die ons uit het water hengelt, stel ik haar en mezelf hopelijk gerust. Ik steek mijn arm door de hare en daar gaan we. U heeft een stevige, krachtige arm, zegt ze. Daar ben ik blij om. Ze bedankt me voor de hulp en ik zoek mijn spullen bij elkaar om strand en zee te verlaten. Ze wandelt naar de zee. Wederom staat ze daar. Ik vraag of ik nog iets voor kan betekenen. Ik wil zo graag even pootje baden, zegt ze. U wilt pootje baden? Dan gaat u pootje baden! Aan mijn stevige arm waadt ze door het water. Wat heerlijk, wat heerlijk, zegt ze. Ze verteld dat ze vroeger aan zee heeft gewoond en nu een stadse is. Ik bied aan om samen terug te gaan door de watergeul en haar naar de stoel, met parasol, te begeleiden.
Kindje, je hebt me de mooiste minuten van mijn dag gegeven. Enorm bedankt. Haar vriendin komt uit de verte enthousiast zwaaiend aanlopen om me te bedanken. Ze wilde zo graag alleen richting de zee, dus heb ik haar laten gaan, zegt de vriendin. Wat fijn dat u er was, want het lukte haar dus blijkbaar niet alleen. Ik ben persoonlijk begeleider zeg ik haar. Al heb ik vakantie, de passie en zorg een ander te helpen blijft ook tijdens de vakantie aanwezig. Het zou fijn zijn als meer mensen wat verder zouden kijken dan het eigen stukje strand waar ze op dat moment op vertoeven. Dit was een gouden moment om met een onbekende fleurige dame te mogen ervaren.